maandag 20 april 2015

Beslaglegging

De haargrens. Hij zag ineens die hoge haargrens en dat is wat maakte dat zijn espresso halverwege de gang naar boven in de lucht bleef steken. Het was dat en de adoratie waarmee zijn dochter naar de man keek. Hun monden bewogen te dicht bij elkaar en hadden zo een onzichtbare scheidslijn overschreden. Dit was niet gezellig een bakkie doen met een collega en ook geen toevallige ontmoeting. Zijn dochter, die al jarenlang met Olaf ging, zat hier in een openbare gelegenheid met een voor hem onbekende man te flirten. Te flirten met een man van zijn, haar vader’s leeftijd. En er was niets wat hij er tegen kon doen. Niets dat hem (of haar) niet volkomen  belachelijk zou maken.


Ze had geen oog voor hem en lachte op een akelig overdreven manier. Hij had zijn vingers wel in zijn oren willen stoppen om het maar niet te hoeven horen. Zijn handen voor zijn ogen om het niet te hoeven zien. In plaats daarvan plaatste hij zijn koffiekopje geruisloos precies in het midden op het schoteltje. Zijn arm bewoog naar achteren, op zoek naar de mouw van zijn jas. Hij durfde zijn ogen niet van hen af te wenden, moest blijven kijken naar hoe de man een hand op haar hand plaatste alsof hij er beslag op wilde leggen. Toen keek de man onverwacht op en schonk hem een voldane glimlach.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten