donderdag 18 februari 2016

De geur van tante Connie

Het huis is stil. Vroeger stond hier de hele dag klassieke muziek aan. Niet als een kalmerend achtergrondruisje, maar indringend op de voorgrond. Het was één van de redenen waarom mijn moeder hier niet graag kwam. Maar nu moet ze wel, want tante Connie is dood.

En er is werk aan de winkel: de woningcorporatie wil haar flat zo snel mogelijk aan een nieuwe huurder aanbieden. Samen met mijn moeder ontferm ik me over de inboedel. Zij ontruimt de slaapkamer, ik ben belast met de keuken. Zodra ik de koelkast opentrek, komt de geur van salami me tegemoet. Tante was er dol op.

“Het houdt de mensen zo lekker op een afstand”, zei ze altijd als iemand zich beklaagde over de scherpe knoflookgeur. Tegen ons (mijn zusje en mij) beweerde ze iets anders. Ze vertelde ons in vertrouwen dat haar huisje behekst was en dat knoflook de kwade geesten in bedwang hield. De fluistertoon waarop ze dit vertelde droeg bij aan het bloedstollende effect.

“Ze is een heks,” zei mijn zusje, toen we ’s avonds in het logeerbed lagen te praten. We namen ons voor de volgende dag te gaan zoeken naar bewijzen. Bloednerveus waren we, want we wilden niet dat tante ons door had. Toen ze een boodschap was gaan doen in de plaatselijke toko, zagen we onze kans schoon.

We openden de deuren van kastjes, waarvan we wisten dat zij niet wilde dat wij erin neusden. Maar we vonden geen boeken met toverspreuken, geen toverstokjes en ook geen voodoopoppen. Wel muizenvallen, stof en… het plankje, helemaal onderin de kelder, dat we als laatste inspecteerden. Het werd in beslag genomen door een plastic zak vol met foto’s.

En zo vond tante ons op de keldertrap. Zo verdiept in de oude plaatjes, dat we niet hadden gemerkt dat ze was thuisgekomen. We schrokken op toen ze achter onze rug luid kuchte. De tas rukte ze zwijgend uit onze handen. Hij werd netjes teruggelegd op de plek waar hij vandaan kwam. Ze maakte er nooit een woord aan vuil.

Natuurlijk geloofden we niets van haar verhalen over spreuken en toverdrankjes, maar toch zijn we haar keuken als een soort epicentrum van zwarte magie gaan beschouwen. En de kelder als een ruimte vol geheimen.


Mijn zus woont nu in Australië en kon onmogelijk overkomen voor de crematie. Maar ik voel dat ze hier bij me is, bij de schoonmaak van dit spookhuis. En tante Connie? Die zal ervoor zorgen dat de indringende knoflooklucht nooit meer uit het appartement verdwijnt.