zaterdag 13 september 2014

Vitamine C

Dit is de dag vlak na het compliment.
Mijn auto reed me het dorp uit. Niet meer schakelen. Een eenzame trambestuurder was ik. Alleen zweeg de bel als het graf. Rechtsaf, rechtsaf, linksaf en dan almaar rechtdoor.
De weg leidde me langs toegangspoorten en oude wilgen naar de vitaminentuin. Achteruit, keren, parkeren en klaar.
Een onbekende bestemming is bereikt. Nu weet ik waar. Maar welke deur, wat tref ik aan? Hoe nu?
En toen kwam hij naar mij. Hij die mij kende. Die weet had van mijn werk, van mijn inspanning. Die mij nodig had gehad.
Zijn opgeheven duimen gaven mij superlatieven en omsloten een zenuwachtige lach. En ik? Ik incasseerde, groeide, gloeide. Mijn werk was goed. Mijn trots was groot.
Op tafel staat een grote doos met verantwoord lekkers. Te lonken, te pronken. Brenger van een betere weerstand.

Maar mijn geluk kwam vandaag uit zijn mond. Een deel van de beloning.