“Adem in. Adem uit. Nu niet meer ademen.” Ik krijg de
aanwijzingen via de koptelefoon in mijn oren en volg ze braaf op. Ik tel de
harde pieptonen. Het zijn er twintig. “Nu weer ademen.”
Daar moet ik het mee doen. Ik onderdruk de neiging om te
gaan persen. Dit keer lig ik zelf in een soort baringskanaal. Met de voeten
naar de uitgang, dus dat moet wel een zware bevalling worden.
Het besef van tijd ben ik al lang kwijt, want de laborant is
vergeten mijn cd weer aan te zetten. Ik voel een lichte paniek in me opkomen. De
liedjes waren mijn bakens (3 minuten per liedje, dus met twaalf liedjes ben ik
weer vrij), maar nu zweef ik in het luchtledige.
“Adem in. Adem uit. Nu niet meer ademen.” Opgelucht hou ik
mij adem in. Ze zijn me gelukkig niet vergeten.
Mijn hoofd vertelt me dat mijn angst belachelijk is.
Eigenlijk zou ik blij moeten zijn met een klein uurtje helemaal niets hoeven,
alleen maar liggen. Wie zou er geen moord doen voor een drie kwartier rust? Maar
mijn lichaam wil draaien, overeind komen, een dansje maken, in vrijheid
bewegen.
“Mevrouw, gaat het nog? Het is voorbij.” Blij als een kind
glij ik de tunnel uit, alle angst vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten