Ik ga niet meer verder. Bekijk het allemaal maar, denkt Margit,
terwijl ze zich op haar billen laat zakken in de zachte sneeuw. De blik gericht
naar de grond. Niet naar het dal. Niet naar de berg. Maar naar de grond waar
haar ski’s in wegzakken. Haar plekje grond. Haar vlakke plekje grond. Hier
blijft ze.
“Mar, kom op nou. Platter wordt ie niet!” Ze hoort het haar
vriendin, die haar moeiteloos en zonder angst voorbij stoof, nog zeggen. Nu is Loes
weg. Ver onder haar. Waarschijnlijk zit ze al aan de biertafel en vertelt ze
met blozende wangen van de schnapps of de jägertee en de frisse buitenlucht
grote verhalen over die rode en die zwarte afdaling, over off piste en
stuifsneeuw. Dezelfde verhalen die ze thuis ook zo smeuïg wist op te dissen.
Jarenlang heeft Margit de jubelende verhalen aan moeten
horen. Het gebruinde gezicht van haar vriendin maakte haar afgunstig. Zelf
probeerde ze haar bleke tint bij te kleuren onder de zonnebank. Totdat ze er
een keer onder vast kwam te zitten. Een aantal scherpe piepjes gaven aan dat de
bruintijd voorbij was. Daarna gingen de lampen uit. Het wachten was op de klep die
met een schok omhoog zou gaan. Het wachten duurde lang. En er gebeurde niets. Uiteindelijk
probeerde ze hem open te duwen, maar er was geen beweging in te krijgen. Ze verwachtte
paniek, maar voelde alleen irritatie. Hier had ze zóo géen zin in. Toen de suffe
receptioniste van het zonnebankcentrum haar eenmaal bevrijd had en een
kortingsbon van € 2,50 aanbood voor het veroorzaakte leed, wist ze niet hoe
snel ze naar buiten moest komen. Ze zou er nooit een voet meer binnen zetten. Nee,
voor haar geen gezond bruin kleurtje meer in de winter.
Dacht ze.
Want uiteindelijk ging Margit toch overstag. Wintersporten,
het leek haar niks, maar waarom eigenlijk niet? Ze was toch verder best sportief.
En graag buiten in de weer.
Hierom dus niet. Ze rammelt aan de bindingen van haar ski’s.
Wat een klote dingen.
Lopen gaat ze. Al duurt het uren. Dan hoort ze in haar hoofd
de stem van de skileraar. Wat er ook gebeurt, nooit stil blijven staan op de
piste. Zorg dat je in beweging blijft. En zeker niet gaan zitten. Je ski’s
afdoen is dodelijk. Waarom wist ze niet zo goed. Totdat ze iemand met een
noodvaart op zich af zag komen. Ze probeerde weg te komen, maar het ging zo
snel en de sneeuw hield haar in een houdgreep. Even stond de wereld stil. Wat
een holiday from hell, dacht ze. De ski’s die zich in haar lichaam boorden,
voelde ze al niet meer.